Spanning, stroom en weerstand
Spanning (gemeten in 'Volt' en aangeduid met de letter 'V'), stroom (gemeten in Ampère en aangeduid met de letter 'A') en weerstand (gemeten in Ohm en aangeduid met de letter 'R') zijn vaak abstracte begrippen die lastig voor te stellen zijn hoe dit precies werkt en zit. Daarbij worden de drie begrippen vaak door elkaar gehaald en daardoor verkeerd gebruikt. Het is echter belangrijk om goed te weten wat deze begrippen betekenen en wat de verschillen zijn. Door de begrippen verkeerd te interpreteren kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan. In dit artikel worden de begrippen spanning, stroom en weerstand met praktische voorbeelden toegelicht.
​
Spanning
Met spanning wordt de hoeveelheid elektrische spanning tussen twee aansluitpunten aangegeven. Spanning wordt uitgedrukt in volt (V) dit wordt in de formule afgekort met een U. Een andere veel gebruikte benaming voor volt is voltage. De uitspraak: “Pas op, er staat stroom op het stopcontact” is niet correct. Als er geen stekker in de wandcontactdoos zit, zal er namelijk geen stroom lopen. Los daarvan heet het officieel een wandcontactdoos en geen stopcontact, maar dat terzijde. Op dat moment staat er wel spanning op de contacten in de wandcontactdoos. Om spanning te kunnen berekenen heb je stroom- en weerstandswaarden nodig.
De formule om spanning te berekenen is: U (spanning) = I (stroom) x R (weerstand).
​
​Stroom
​Wanneer de stroomkring gesloten is, loopt er een elektrische stroom van elektronen van het ene aansluitpunt naar het andere. De hoeveelheid elektrische lading die per seconde door een stroomdraad beweegt is de stroomsterkte. De eenheid van stroom wordt uitgedrukt in ampère (A) dit wordt in de formule afgekort met een I. Om stroom te kunnen berekenen heb je spannings- en weerstandswaarden nodig.
De formule om stroom te berekenen is: I (stroom) = U (spanning) / R (weerstand).
​​
Weerstand
In iedere elektrische schakeling kost het de elektronen energie om er doorheen te bewegen. De hoeveelheid energie dat dit kost wordt de weerstand genoemd. Hoe lager de weerstand is, hoe makkelijker de elektronen door de geleider kunnen bewegen. Weerstand wordt gemeten in ohm (Ω), dit wordt in de formule afgekort met een R. Om weerstand te kunnen berekenen heb je spannings- en stroomwaarden nodig.
De formule om weerstand te berekenen is: R (weerstand) = U (spanning) / I (stroom).
​